Geschiedenis

In de loop van een jaar sloten zich onder meer aan: Danny Knaän, Urs Pfannenmüller, Rien Monshouwer, Willem Kuiper, Christie van der Haak, Ineke Kuiper, Patrick Tanghe, Adriaan Nette, Maria Poot, Mieke Visser, Mariza Onderwater, Hugo van Valkenburg en Michal Shabtay. Ook voegde kunst-historicus -criticus Philip Peters zich bij de groep. Een nieuwe naam HCAK (Haags Centrum voor Aktuele Kunst) werd gekozen, op voorstel van Sjardijn, in navolging van een Amsterdamse poging ACAK (Amsterdams Centrum voor Aktuele Kunst) met Hal 1, die mislukte. Kunstenaars als Krijn Giezen waren daarbij betrokken.

Peters zou al snel het karakter van brainstorm tijdens de bijeenkomsten structureren, onder veelvuldig voorzitterschap van Mieke Visser. Uiteindelijk leidden verschillen in visie al snel tot een breuk.

Belangrijk meningsverschil ontstond rondom het punt welke houding de kunstenaar zou moeten innemen. Sjardijn vond dat de kunstenaar zich zo veel mogelijk autonoom zou moeten ontwikkelen en op eigen kracht en ideeën zich zou moeten kenbaar maken in zijn of haar werk; dit in verzet tegen een te pragmatische mentaliteit. De meerderheid sloot zich toen aan bij het standpunt van Peters, die meende dat de kunstenaars zich het best zouden kunnen profileren, door zich op te trekken aan reeds gevestigde kunstenaars.

Vanaf 1983 trok Martin Sjardijn zich terug. Het HCAK ging verder onder leiding van Philip Peters, totdat het initiatief ten einde kwam eind 1996.